Chiavel.

 

Tot in zijn dromen had Burton hem belaagd. Alhoewel hij lang niet alles begreep, de door hem gestolen bladzijden lieten zich nauwelijks anders dan negatief uitleggen. Hoe hij ze ook interpreteerde, ze bleven hardnekkig dwars tegen al zijn plannen in gaan. Wilde hij de baas blijven dan moest hij daarop reageren. Na een week elke ochtend pie­kerend ijsberend op het grote terras voor zijn woning wist hij uitein­delijk hoe. Net als het vergezicht voor hem in het licht van de opkomende zon had zijn plan contouren gekregen. Bij een klim in de bergen mocht je niet te lang wikken en wegen en zonodig voor radi­cale oplossingen kiezen. De middelen ervoor had hij immers.

 

Het bordes stak royaal uit over de steile helling van de piek waarop zijn privé-vertrekken waren gebouwd en deels ingehouwen. Even leunde hij over de stenen balustrade om de afgrond te peilen. Nog nooit had hij iets van angst in de bergen beleefd. Nu voelde hij zich hier al onzeker, alsof hij aan de fundamenten onder hem twijfelende. Dat moest snel veranderen. Hij keek naar het stalen luik tussen de te­gels dat toegang gaf tot de afgrond eronder. Heel vroeger had het ge­diend voor de bevoorrading van de vesting, en om zich te ontdoen van ongewenste zaken. Nu was het dichtgelast, voor beide doelen niet meer nodig. In een opwelling had hij besloten tot ook de renovatie van die veel betere variant, op dat moment nog niet wetend waarom. Om zijn voorgangers uit het verleden te eren, of om het voor wat dan ook achter de hand te hebben? Had hij toen al getwijfeld en zich daarmee zekerheid willen verschaffen voor het geval dat? Kon hij daarmee die chaos in zijn denken de baas worden? Hij voelde zich even verslagen, was in het defensief geraakt. Dus moest hij in de aanval om hoe dan ook te overwinnen.

 

Nadat hij samen met Kervin haar notities had doorworsteld en doorgesproken, ze gegist hadden hoe ze nog anders konden waren uit te leggen, wist hij eigenlijk al dat het goed mis zat, dat die niets te maken had­den met waar hij op had gehoopt. De deels technische geheimtaal er­van en de hele stukken koetervlaams boden nog een kans op vergissing, had Kervin hem getroost. Maar die leek hem klein en vereiste de inschakeling van deskundigen. Ker­vin had Verna voorgesteld. Ook zij was immers nieuwsgierig naar wat haar vriendin uitbroedde. Na lang aarzelen had hij daarvoor zijn toe­stemming gegeven. Zijn twijfel moest tenminste zekerheid worden, ook al was die negatief, en wel zo snel mogelijk. Na Kervins terug­komst had hij die, begreep hij dat hij alle hoop op toch anders moest laten varen. Al zijn plannen vielen in een afgrond. Dan de rest ook maar.

 

Kervin was nog van zijn jonge en wilde jaren. Een vader die zich graag om hem ontfermde, was bepalend geweest voor zijn vorming en instelling. Daardoor presenteerde Kervin hem het rolmodel van de man die ook hij wilde worden. Hij had hem leren kennen op een van zijn zwerftochten door de bergen, toen al beider hobby. Enige jaren ouder werd hij de sterke broer voor hem waaraan hij zich graag optrok en met wie hij van alles kon bespreken. Uiteindelijk ook zijn bijzondere situatie toen die zich mede door dit intens contact ging openbaren. Vanaf dat moment was Kervin hem ook in dat opzicht van dienst geweest. Beiden waren gesteld op het hard mannelijke dat ze zo node misten in de wereld waarin zij hadden te leven. Kervin was in fase van alles uitproberen, ook het ongebruikelijk. Het was even een dolle tijd geweest, waarin hij hem tevens had leren kennen als onbaatzuchtig en ui­terst betrouwbaar. Maar met zijn aanleg zelf niet in de genen beperkte hun meer intieme relatie zich tot die tijd van alles willen onderzoeken en beleven.

Kort na die periode hadden nogal ongebruikelijke zakelijke besog­nes Kervins vader een spot met detonatie bezorgd. Later bleek dat hij die criminele activiteiten samen met, of eigenlijk gestimuleerd door Kervins moeder had ontplooid. Maar alleen zijn vader draaide er voor op, kreeg de chip, zelfs met explosief, in de nek en werd zo gesepareerd gehouden van de gemeenschap in een van de daarvoor aangewezen territoria. Toen hij die deto tijdens zijn ver­banning meende te moeten benutten, het niet meer zag zitten, bracht dat Kervin even in goede doen. Zijn vaders avontuurlijk leven was ook financieel florissant geweest en zijn partner had de vruchten daar­van weten te bewaren voor na zijn vrijlating. Door zijn verscheiden  kwamen die per testament toe aan haar zoon.

Twee jaar had hij met vele anderen ervan genoten. Kervin wilde deze in zijn ogen kwalijke erfenis kennelijk zo snel mogelijk laten ver­dampen. Daarna was Kervin weer zo blut als vele anderen en tot het gebruikelijk zwerven veroordeeld. Even waren hun wegen toen uit elkaar gegaan. Tot ook hij royaal te vererven kreeg. Zijn moeder had het in de basis tot op hoogste niveau weten te brengen, gedurende vele jaren veel te veel weten te incasseren en dit uitstekend belegd. Toen zij door al die inspanningen plotseling haar einde vond, een hartstilstand haar velde, was hij op slag een rijk man. Kervins vrijge­vigheid en trouw meende hij toen te moeten belonen door hem een thuis te bieden op zijn horst, mede omdat hij die aan hem te danken had. Kervin wist van de toen nog ruïnes in de bergen van zijn bezoeken aan hotels van een nabij gelegen industrieel centrum van de ‘basis’. Toen ze die resten uit een ver mannelijk verleden samen bezochten wist hij meteen dat hij daarin zijn geld wilde beleggen. Daar zou hij een oord kunnen creëren voor samenzijn met zijn vele vrienden, voor een kring van mannen onder elkaar. De financiering van de toch wel omvangrijke renovatie lukte mede door­dat Kervin via relaties in het zakencentrum een niet onaanzienlijke subsidie wist los te peuteren centrum toen hij vertelde over deze be­stemming voor alleen mannen. Met de stilzwijgende overeenkomst dat die de omliggende hotels voor werkende vrouwen niet zouden verge­ten. Daarna had hij samen met Kervin een cohorte mannen weten te recruteren voor hun doelstellingen: mannen onder en met elkaar, ver­dieping in geestelijke zaken die hem boeiden en verder wat de omringende dalen in z’n hotels boden. Ruim twaalf jaar had hij hier zo een mooie tijd mogen beleven, met geregeld ook mannen die enig experimente­ren met hem niet uit te weg gingen. Nu leek dat ineens een abrupt einde te moeten nemen, viel die geestelijke basis immers weg.

Jarenlang had hij geworteld in zekerheden die volgens hem ratio­neel logisch waren. Als dat zeker weten wegviel zou zijn leven zinloos worden. Bij die gedachte had hij zich weer onbewust naar de diepte onder hem gewend. Zich zo verlossen van zijn wanhoop lag niet in zijn aard, zijn missie waardig afsluiten, dat wel. Zich daarop concen­treren zou hem iets van zijn oude elan teruggeven. Dat werd zijn be­sluit.

 

Hij moest weer denken aan de rapportage van Kervins bezoek aan zijn vriendin. Verna eerst in alle staten en hem bedreigend met een spot. Maar eenmaal Estrice’s papieren ingekeken draaide ze verrassend snel bij.

‘Dit had ze het SG nooit mogen onthouden,’ was haar eerste con­clusie geweest. Alsmede dat ook Estrice daarmee solliciteerde naar tenminste een verbod voor het leven om haar praktijk uit te oefenen. Daarna had ze hem globaal verteld wat ze nog niet begrepen en zo het fundament van zijn leven opgeblazen. De inhoud was nu voor geen enkel mis­verstand meer vatbaar. Herstel van hun positie, dat kon hij definitief vergeten. En het bleek nog erger. Als deze vinding zou mogen moeten was het zelfs met de huidige man gedaan. Wel leuk was dat ook de vrouwen hiermee op de kosmische tocht kwamen te staan. Zo zelfs dat ook Verna tot de conclusie kwam dat dit mogelijke het beste absoluut geheim kon blijven. Dat Estrice dit al had beoogd was haar alleen maar te prijzen, vond ook zij. Maar zouden deze vrouwen zich daaraan houden, toch niet eens in verleiding komen, al was het maar om anderen te vertel­len hoe geheim ze dit hielden? De kosmos kende vele listen en vooral die moest gestopt worden, dat was de vijand die bestreden moest worden. Het hoe had hij nu beslist.

Bleef over bij wie allemaal dit ge­vaar woekerde, welke personen er weet van hadden. Die Estrice ui­teraard. Haar roedel werd straf gedirigeerd door ene Ishma, had Bur­ton verteld. Die kon tenminste iets vermoeden. Uiteraard Hesta waar­mee ze nauw samenwerkte. Estrice was er ook al mee op een kwek geweest en had daar met haar plotseling zwijgen argwaan gewekt. Nagaan wie daaraan deelnamen? Maar zijn capaciteit was begrensd. Verna moest uiteraard ook op de lijst. Die zou dit zeker eens op haar manier willen belijden. Kervin kon dan wel denken van niet, zei dat ook zij erg geschrokken was. Maar voor hoe lang bleven vrouwen hun mening trouw? Tevens had hij het gevoel dat zij meer wist, niet alles had verteld wat ze gelezen had en daardoor over kennis beschikte die mogelijk nog veel gevaarlijker was. Verder was Verna best in staat de pagina’s die Estrice had vernietigd te herschrijven, het verhaal weer compleet te maken, al was het maar om haar verdenkingen te bevestigen. Zij was immers net zo vertrouwd met deze materie als Estrice. En eenmaal dit recept weer op papier kon het alle kanten op waaien. Daar had ze dan wel even tijd voor nodig, en die mocht ze dus niet krijgen.

 

De aanval was altijd de beste verdediging. Die moest snel komen en radicaal effectief zijn. Iets van de chaos in zijn hoofd loste zich al op. Langzaam maar zeker kreeg hij zijn gedachten weer op een lijn waarlangs ze verder konden. Het wapen voor zijn offensief had de voorzienigheid hem al gegeven. Globaal wist hij nu ook wie het moest treffen. Het plan van actie was duidelijk.

Nu dus de evaluatie, de vraag wat er eventueel mis kon gaan. Met zelf als eerste aan zet gaf je je te­vens bloot, en deze tegenpartij kon genadeloos terugslaan. De diefstal van het dagboek was meer dan goed voor een spot. Dat was Burtons probleem en die was te offeren. Maar daarmee werd ook zijn buit bekend en zo het geheim openbaar. Dat offer op die manier dus zeker niet. Het werd nog een heel gezelschap. Hij raakte weer helemaal in zijn element, bedenken van plannen, verkennen van obstakels en uit­stippelen van de weg naar de top. Met als motief, met als moraal… het red­den van..? Wat, dat was hem nog niet helemaal duidelijk, maar al wer­kend aan zijn plan zou ook dat zich wel aftekenen. Zijn talent was tegendraads strijden voor een goed doel. Het oude was hem uit handen geslagen, dus moest er een nieuw komen. Leven naar zijn aard was belangrijker dan wat het opleverde. Tot nu toe had het geresulteerd in een hem volledig toegewijde cohorte op zijn horst. Die moest behou­den blijven, zonodig na drastische sanering en nieuwe selecties. Vervolgens die club een nieuw geloof aanpraten.

Ook dat moest handen en voeten krijgen. Intelligent inspelen op wat zijn mannen onderhuids wilden was hem wel toevertrouwd. Wat hadden ze al niet kritiekloos van hem geslikt? Kervin, die zou hem daarbij uitstekend kunnen helpen. Ook zonder zijn Verna kwam die een heel eind. Maar kon hij hem sparen? Die was hem toegedaan voor zolang de horst zijn thuis mocht zijn. Maar voor hoelang was dat? Kervin was volger noch wijker, in feite te sterk en te onafhankelijk, een probleem dus. Duidelijk ie­mand met een vraagteken.

Zijn oplossing moest radicaal zijn en finaal voor velen. Groot denken in deze was hij ook aan zichzelf verplicht. Deze gedachte had hem zo mistroostig gemaakt dat hij nog eens over de rand in de diepte had gekeken om als het ware te kijken of het niet anders kon. Het leek wel of iedereen hem in de steek liet en hij er weer eens helemaal alleen voor stond.

 

Zijn speurtochten in het verleden hadden zijn leven steeds weer nieuwe dimensies gegeven en wist hij van de fascinerende diepten van hun afkomst. Daarvoor was het ook voor hem slechts wiegen geweest, op de kabbe­lende golfjes van alledag, baden in eindeloze verveling van een vrouwelijk volmaakt geestelijke gestold hier en nu. Dat stond in fel met wat hij onder hun consolidatie had weten op te graven lag en op zijn horst tot leven gebracht. Zijn mannen had begeesteren, dat kon hij als geen ander. Vooral Burton en Kervin. Die twee te moeten missen... Kervins alertheid en Burtons onvoorwaardelijke toewijding. Maar een veldheer moest zijn gevoelens beheersen, eigen belangen ondergeschikt maken aan het grote doel en die mocht zeker niet twijfelen. In de strijd tot op het uiterste bewees die zijn waarde. Lag Kervin niet altijd dwars als hij zijn waarheid opeiste, bij­voorbeeld met opmerkingen als:

‘Op de top van de berg is elke voortgang een afdaling.’ Kervin ge­noot teveel van hun heden. Als die de opgang naar zijn horst niet meer haalde zou hij zeker afdalen naar die Verna.

‘Bedenk wel, Chiavel, het mogelijke van dat noorden zal eens moeten, ook als het jou niet zint.’ Dat waren zijn laatste woorden geweest na hun nabeschouwingen over de conclusies van Verna. Kervin weigerde te geloven in zijn waarheid en miste daardoor de kracht tegen andere waarheden in te gaan. Het ging er om wie gelijk kreeg, niet wie gelijk had. En was Burton niet vooral zijn volgeling en door hem al te veel besmet? Die had hem zowat willen bekeren tot die nieuwe vinding van Estrice, zag het al helemaal zitten.

Van een echte lotsverbondenheid was dus eigenlijk al geen sprake meer. Zolang zijn opvattingen een spel bleven en zonder consequenties gin­gen ze met hem mee. Maar nu er een realiteit dreigde die harde actie verlangde...

 

Met Kervin was het wel altijd leuk stoeien geweest over nieuwe ideeën. ‘Nog hangen wij aan de helling omdat zij vrouwen de touwen zekeren,’ hadden ze samen geconcludeerd. Ook dat te actief wetenschappelijke vrouwtjes uiterst gevaarlijk konden worden voor die zekering. Tevens dat veel vrouwen de mannen best wel eens zouden willen mis­sen. En daarop zijn plan voor een heel andere benadering.

‘Vrouwen zijn de markt voor ons product. We zouden ons beter daarop moeten afstemmen.’ Dat was dan zo’n sinistere inval van hem. Of: ‘Zorgen dat zij ons blijvend graag afnemen.’ Want wat als hun markt alternatieven zag, ze concurrentie kregen? Eén op tien was al geforceerd maar hielden ze nog steeds trouw in stand. Maar met wat Estrice niet wilde raakten ze hun monopolypositie kwijt.

Boze tongen beweerden dat bij die verhouding hun markt al over­verzadigd was, dat velen al niet meer zo vreselijk wild op ze waren. Met de meeste mannen te verwend en daardoor verwijfd, waren velen het genieten nauwelijks nog waard. Ook dat was een niet te negeren waar­heid. Niet voor niets had hij zijn eigen se­lectie. En stemden zij hun selecties niet zelden af op zelfredzaamheid. Wat als hun markt instortte, ze het touwtje lieten vieren tot op het van natuurlijke, of nog erger, op wat Estrice had ontdekt.

 

Een gevaarlijk gezwel sneed je weg tot op het gezonde leven. Hun tijden kenden nog de cor­rigerende actie om te bewijzen wie gelijk had en dus de juiste moraal. Een vlek uitbranden verried zich door geschroeide randen. Dat was geen probleem als je win­naar was en bleef. Maar gezien hun overmacht zat dat er voor hem niet in. En dan hadden zij recht op hun moraal. Geregeld belandden mannen met een spot in een sepa­raat om daar voor eigen rekening hun afzondering uit te zitten. Zij zagen dat niet eens als een veroordeling: je mocht ge­woon even niet meer meedoen tot zij vonden dat jij je mentaliteit weer op orde had. Met wat hij op het oog had werd dat met deto en levenslang. Zijn plan mocht dus geen rafels nalaten.

 

De geschiedenis wemelde van initiatieven die in een moeras van ver­rassingen ten onder waren gegaan. Vele had hij bestudeerd. Een revolutie voorbereiden en ontketenen was niet moei­lijk, maar daarbij het ongewisse vermijden wel. Belust op aanvallen en vechten, dat waren zij man­nen altijd geweest, maar daarmee overwinnen was te vaak een kwestie van geluk geweest. Deze drift moest hij dus beheersen, opdat zijn zicht helder bleef. Geen dom agressief onbezonnen offensief, maar een koel berekende operatie met glashelder duidelijke doelen, dat moest het worden. De mid­delen voor een afrekening zonder rafels was hem als een geschenk van zijn geschiedenis gegeven. En ook die mogelijkheid moest mogen. De wil gevaren te trotseren, riskant te le­ven; dat verlangen zinderde al heel lang in hem. De bergen hadden hem geleerd elk gevaar rationeel te beoordelen en te overmeesteren. Langzaam kreeg hij voor ogen wat hij wilde. Alleen hoe kreeg hij ze bij elkaar en waar?

Wilde Kervin niet iets aan marketing doen? Als hij dat eens serieus nam, hem die grap liet uitvergroten. En wilden ze niet dolgraag zijn horst bezoeken?

   

***